Wie heeft rozenkrans? Waar komen de gebeden van de rozenkrans vandaag vandaan? De verspreiding van de rozenkrans is waarschijnlijk terug te voeren op de kruistochten en de terugkeer van de ridders uit het Midden-Oosten in de 11e eeuw. De bewoners van Palestina in die tijd (voornamelijk moslims) waren beroemd om hun ritmische, zich herhalende gebeden, afgemeten aan een koord met kralen.

Gebedstouwen bestonden ook in andere godsdiensten, nl. in het boeddhisme en het hindoeïsme. De structuur en het aantal kralen van die koorden leken sterk op die van de huidige rozenkransen. Christelijke ridders, geïnspireerd door de eenvoud en universaliteit van gebedskoorden in alle sociale lagen van een bepaalde godsdienst, pikten dit idee op. Bovendien kan het groeiende belang van de mariale devotie in die tijd zijn beïnvloed door het feit dat de rozenkrans was opgedragen aan deze figuur. Jakob Sprenger (inquisiteur), een dominicaan, mede-auteur van het werk De Hamer op de Heksen en stichter van de 1e Rozenkrans Confraterniteit in Keulen, voegde aan het eind van elk decennium van het Weesgegroet een Onze Vader en een Geloof toe, gereciteerd bij elk van de 15 mysteries.

Zo ontstond de rozenkrans, bekend als de mariale of dominicaanse rozenkrans. Het idee zelf van de rozenkrans komt dus uit het Midden-Oosten, maar de vorming van de rozenkrans zoals wij die nu kennen is een heel ander verhaal, maar ook verbonden met de ridderlijkheid en de alomtegenwoordige Mariadevotie. De traditie van het bidden van de rozenkrans zelf is dus zeer lang, maar in de loop van vele decennia is het belang ervan niet minder geworden.