Er zijn mensen die zeggen Christus Ja, Kerk Nee. Er zijn er die zeggen: Christus wel, de Kerk niet, en in deze tijd is dit een steeds ernstiger en wijdverbreider probleem. Het is echter niet een probleem van een totaal gebrek aan geloof, maar van een voortdurend zoeken naar valse afgoden en een poging om het essentiële te vervangen door onbelangrijke substituten.

Het is ook het negeren van wat echt belangrijk is en, soms zeer onbewust, het zich verwijderen van Onze Heer Jezus Christus. Prowadzi to często do nieodwracalnych konsekwencji jakimi może być osłabienie naszej wiary, która powinna być mocna i ciągle podtrzymywana. Są ludzie, którzy mówią Chrystus tak, Kościół nie. Jest to bardzo złudne. Powinniśmy pamiętać, że Chrystus i Kościół wzajemnie się uzupełniają. Instytucja Kościoła jest narzędziem, które powinno służyć człowiekowi i assist mu w utrzymywaniu relacji z Panem.

Door deel te nemen aan de liturgie wordt ons een ongekende gelegenheid geboden om rechtstreeks met Christus te communiceren. Wij moeten ons dus niet distantiëren van het kerkelijk instituut en het zien als een louter overbodig orgaan. We moeten het zien als een hand die naar ons wordt uitgestoken. Priesters zijn de opvolgers van Christus en zijn boodschappers wier doel het is Gods leer te verspreiden. Door hen leren wij over het leven en werk van Christus, wat belangrijk is en hoe wij zijn woorden moeten interpreteren. De Kerk is even belangrijk als Christus.