In de Bijbelse symboliek is de slang het grootste symbool van het kwaad en de zonde. In de bijbelse verhalen is de slang het symbool van Satan zelf. De slang, als een sluw schepsel, wordt in het Oude Testament voorgesteld als de indirecte oorzaak van de erfzonde. De slang zei tegen de vrouw, vragend of ze echt God zei haar niet te eten van de vruchten van alle bomen van deze tuin?
Vruchten van deze boom tuin eet we kunnen, antwoordde ze Ewaalleen over de vrucht van de boom die erin zit tuin, God Hij zei dat ze het niet mochten gebruiken of aanraken, anders zouden ze sterven.
De slang zei tegen de vrouw, haar ervan overtuigend dat zij zeker niet zouden sterven. Maar God vreest dat wanneer zij van het fruit van de boom eten, hun ogen geopend zullen worden en, zoals God goed en kwaad kennen [(Genesis 2:16-17; 3:1-6)]
Wat heeft God Abram beloofd?
Toen de Heer God nadat hij er alles over had vernomen, keerde hij zich om en zei tegen de slang die hem vervloekte, onder alle dieren huis en veld, kondigde aan dat hij op zijn buik zou kruipen en stof at na al de dagen van zijn bestaan. Je hebt God Dan zal er vijandschap zijn tussen Satan en de vrouw, tussen zijn zaad en haar zaad: hij zal uw hoofd vermorzelen, en gij zult zijn hiel vermorzelen. [Genesis 3:8-15]
GodMet zijn oordeel, velde hij een oordeel over iedereen. Hij legde de grootste schuld bij de slang, die hij gebood stof te eten. Deze uitdrukking werd in het oude Oosten gebruikt. Volgens het oude inwoners van het oosten, zij voeden zich met as geesten en inwoners van de onderwereld, een land van waaruit geen terugkeer mogelijk is.