De naam Babylon verwijst rechtstreeks naar de bijbelse parabel van de toren van Babel. Het moest een soort "poort naar de hemel" zijn. Men probeerde het te bouwen door mensen die verblind waren door trots, die God negeerden en besloten op eigen houtje naar de hemel te gaan. Uiteindelijk werd de bouw niet voltooid omdat God verwarde de bouwers, waardoor ze niet meer met elkaar konden communiceren.

Wie was de grote hoer van Babylon?

Babylon was een oude stad gelegen aan de rivier de Eufraat in Mesopotamië, in wat nu Irak is. Daar werd een poging ondernomen om een toren op te richten. Het thema van de toren van Babel komt terug in de Openbaring van de apostel Johannes, ook bekend als het Boek Openbaring. Daarin lezen wij over de Babylonische hoer, die symbool zou staan voor het kwaad, de corruptie, de uitverkoop en de ondergang.

De Babylonische hoer en haar interpretatie vandaag

In feite is er tot op de dag van vandaag geen eenduidige interpretatie op grond waarvan wij kunnen lezen wat de Babylonische hoer is. Er zijn zeer veel interpretaties en meningsverschillen. Zeker is echter dat de Babylonische hoer gelezen moet worden als een symbool; een waarschuwing die Johannes ons wil meegeven in het Boek Openbaring. Gewoonlijk wordt hiermee de morele en geestelijke corruptie van de heersers bedoeld. Naar een systeem ontworpen om mensen op te lossen en van God af te keren. Some verbinden de Babylonische hoer met de komst van de antichrist. De Babylonische hoer wordt verondersteld de ondergang van samenlevingen te zijn; de omkering van waarden. Er zijn ook onbewezen theorieën dat Kerk De katholieke kerk zou deze hoer moeten zijn. Het is een machtige instelling met een sterke invloed op miljoenen mensen over de hele wereld, die hun een "toegangspoort tot de hemel" belooft.

De Babylonische hoer is een symbolische figuur zonder fysieke dimensie. Haar verschijning wordt echter beschreven in het 17e hoofdstuk van de Openbaring van de apostel Johannes:

En ik zag de Vrouw zitten op het scharlakenrode Beest,

vol met godslasterlijke namen,

met zeven koppen en tien horens.

En de vrouw was gekleed in purper en scharlaken,

allemaal versierd met goud, dure stenen en parels,

had in haar hand een gouden beker vol gruwelen

en de vuiligheid van zijn hoererij.

En op haar voorhoofd geschreven naamgeheim:

"Groot Babylon.

Een moeder van hoeren en gruwelen der aarde".