De Heilige Schrift is verdeeld in twee integrale delen - het Oude en het Nieuwe Testament. Elk van hen beschrijft de geschiedenis van de verlossing van de mensheid, de eerste - tot aan de tijd van ChristusDe tweede - in een latere periode. Maar wanneer werd de Schrift geschreven?

Volgens het onderzoek van historici kunnen we concluderen dat de eerste boeken van het Oude Testament al rond de 10e eeuw v. Chr. begonnen te worden geschreven. Sommige verzen en delen van de Pentateuch dateren al van drie eeuwen eerder (Lied van Mirjam uit Exodus 15). De meeste teksten die zijn opgenomen in de canon van de Katholieke Kerk zijn echter geschreven in de zesde tot vierde eeuw voor Christus. Dit werd teweeggebracht door de Babylonische gevangenschap in de eerste helft van de zesde eeuw voor Christus, waardoor de Israëlieten moesten werken aan het behoud van een eigen identiteit. Een van de gevolgen was de consolidatie van de mondelinge overleveringen, op godsdienstig gebied.

Echter, het Oude Testament werd geschreven nog steeds voor vele jaren. Het Boek Daniël wordt door geleerden beschouwd als een van de jongste. Het werd geschreven in de tweede of eerste eeuw voor Christus.

Het Nieuwe Testament verwijst naar het leven en werk van Jezus Christus. Zijn geboorte bleek een keerpunt in de geschiedenis te zijn, om welke reden wij thans de tijd in twee tijdperken verdelen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de boeken van het Nieuwe Verbond werden geschreven in de eerste eeuw na Christus, of beter gezegd in de tweede helft ervan, binnen een tiental jaren na Jezus' voltooiing van zijn reddende zending.